Voor een goede groei en gezondheid van schapen is het belangrijk om naast goed (weide)gras een goede kwaliteit krachtvoer en de juiste mineralen bij te voeren.
VOEDING LAMMEREN
Pasgeboren lammeren moeten snel biestmelk opnemen. Biest bevat immuunstoffen die nodig zijn voor het immuunsysteem. Wanneer het lam niet zoogt, geef dan kunstmelk. Lammeren moeten tenminste vier weken melk hebben. Na die periode nemen de lammeren spontaan kleine hoeveelheden ruwvoer op en gaan ze mee-eten met het krachtvoer dat aan de ooien gevoerd wordt. Verstrek in deze periode lammerenkorrel in een apart hok met een kleine opening waar alleen de lammeren doorheen kunnen.
De lammeren worden gespeend op een leeftijd van 7 tot 9 weken, afhankelijk van het gewicht van het lam. Bepaal welke lammeren worden geslacht en welke gehouden worden voor verdere fok. De lammeren die binnen worden afgemest, kunnen onbeperkt gevoerd worden met Lammerenafmestkorrel, schoon water en structuurhoudende producten zoals hooi of stro. Lammeren die in de wei blijven kunnen worden bijgevoerd met lammerenkorrel
0-4 weken voor aflammeren | Bij voorkeur schapen op stal houden. Bijvoeren met 0,5 tot 1,0 kg Schapenbrok aangevuld met goed ruwvoer en voldoende schoon water. |
0-4 weken na aflammeren | Afhankelijk van het aantal zogende lammeren: 1,0 tot 1,5 kg Schapenbrok of Schapenlactatiebrok. Aanvullen met goed ruwvoer en voldoende schoon water. |
> 4 weken na aflammeren | Versneld afbouwen van de brok, afhankelijk van de conditie van de ooi en de lammeren. |